Duurzaam cateren

Dinsdag treinde ik mij op een ontiegelijk uur richting Brugge, alwaar de mensen vriendelijk evenwel voor een Brabander slechts bij de vierde herhaling verstaanbaar zijn.

Wat zich daar afspeelde was een studiedag duurzame catering in de hotel- slager- ennogvannallesschool Ter Groene Poorte. Ondermeer door Vredeseilanden georganiseerd, wat mijn aanwezigheid afdoende verklaart.

Het precieze wat en hoe incluis interessante presentatie vindt u hier.

Een weerkerend punt in de discussie bleef de kostprijs. Want ja: maaltijden die aan zekere duurzaamheidscriteria voldoen zijn duurder.

Nu is het op zich weinig verwonderlijk dat een”duurzame maaltijd” duurder is dan boef die eerst op een milieubelastende manier geproduceerd is, door mensen die er in de meeste gevallen amper iets aan overhielden en  in het extreemste geval nog eens per kerosinezuiper ingevlogen werd.

In feite is er geen verschil in kostprijs. Er is misschien een prijsverschil in de winkel, maar de echte kostprijs om het te produceren, is hetzelfde, of zelfs lager voor duurzaam geproduceerd voedsel.

In het “onduurzame” geval wordt een stuk van de sociale en ecologische kosten gewoon afgewenteld op de samenleving. Er wordt dus wel voor betaald, maar op een hoger, minder direct voelbaar niveau.

En precies daar waar er dergelijke marktfalingen zijn, moet de overheid ingrijpen en ervoor zorgen dat concurrentievervalsende kostenafwenteling niet kan gebeuren.

Voila, weer een wereldprobleem opgelost. Dat begint hier aardig op werken te gelijken. Goedenavond dus. Hieronder nog wat bekijks.

Sommige voordelen hebben vooral nadelen

Vorige maand was er dit opiniestuk over GGO’s in De Standaard over de meer absurde aspecten van de discussie.

Vrijdag stond dan deze open brief aan de supermarktbazen in de krant. Eveneens ontsproten aan mijn vingertoppen. Een oproep om samen iets te ondernemen tegen een nieuw wetgevend initiatief om de “co-existentie” van GGO- en niet-GGO-teelten in Vlaanderen te regelen. Met enig resultaat. Bijhoorlijke kolder trouwens, dat idee van co-existentie, want in de praktijk is besmetting tussen de twee onmogelijk te voorkomen.

Een vervolg was er vandaag (26/1) in De Standaard in de vorm van een advertentie annex oproep aan parlementairen. Een dag voor de hoorztting in het parlement op 27 januari.

(Klik om te vergroten)

Nog een wist-je-datje voor wie het niet kan schelen… De hoofding van advertentie was oorspronkelijk:

Krijgen we weldra driekoppige kinderen?
Nee, zo’n vaart zal het wel niet lopen als we straks GGO’s in onze voeding krijgen. Maar zelfs met één hoofd hebben we dan al genoeg kopzorgen.
Enz.

Maar dat was volgens de dienstdoende jury teveel op de emoties gericht. Niet iedereen is nu eenmaal zo’n gevoelsmens als ik.

Den oorlog

Allé, het weekend zit er weer op en mijn gevoel is – net zoals de eerste prognoses – goed.

Vrijdag op de markt in Leuven werd ik dat al meteen gewaar. Twee uurtjes op straat leverden al bijna 400 euro op. De beste reden om niet te kopen kwam van een oud koppel. Mijn vraag om te steunen beantwoordden ze met de woorden: “ze hebben ons tijdens den oorlog ook niet gesteund”.

Daarop volgde meer toelichting, die pijnlijk in detail trad. “Zelfs de appelsienen die lagen te rotten kregen we niet”.  Naarmate de zinnen vorderden, begreep mijn luisterend oor dat meneer en mevrouw “verkeerd” waren in den oorlog. Een stellingname die na den oorlog om evidente redenen niet geapprecieerd werd.

Ge komt wat tegen op zo een weekend. De geschiedenis, om maar iets te zeggen.

De beuzelarijen van Debels (7)

Activeringsbeleid werpt vruchten af

Groot nieuws uit het wezen van de krapper wordende arbeidsmarkt, nu zelfs Thierry Debels vast werk heeft gevonden. Meerbepaald bij de studiedienst van Lijst Dedecker!

In het verleden had deze zelfbenoemde Grote Econoom, Wetenschapper, Man Van De Ratio en nu dus ook Man Van Het Gezond Verstand vaak moeite om een job te houden. Bij de Universiteit Antwerpen? Buiten gebonjourd. Bij de KHL? Buiten gebonjourd. Bij De Standaard? Inderdaad.

Maar dat ze op de studiedienst wél veel plezier aan hem gaan beleven, lijdt geen twijfel. Zo zijn Thierry’s interpretaties van balansen en financiële jaarverslagen al geruime tijd een running gag onder boekhouders en economen. Daarenboven deelt hij zijn voorliefde voor het lanceren van spectaculaire stellingen die achteraf niet gestaafd blijken te zijn, met zijn voorzitter.

Het stemt me dus opperbest dat de parlementaire studiedienst van Lijst Dedecker zo goed is om de dolende veelschrijver te adopteren. Wie nu nog durft zeggen dat die partij niet sociaal voelend is, krijgt met mij te doen!