In vrouwelijk gezelschap

(23/01/08 ) Dag 8 in Indonesië (3)

Women group

In Solo maken we nog kennis met de leden van een vrouwengroep. Deze schare geëngageerde madammen wijst de aanwezige heren kordaat de deur aan het begin van hun bijeenkomst. Anton en ik overleven de zuivering. Een interview is anders nogal moeilijk.

Wanneer de formaliteiten achter de rug zijn, vertellen ze door elkaar wat ze allemaal doen met hun vereniging. Niet alleen springen ze hier en daar bij in gezinnen met hulpbehoevende kinderen of ouderen, ze zijn ook bewuste consumenten. Zo gebruiken ze alleen producten uit duurzame landbouw in hun eten. Bij wijze van voorbeeld: de rijst die ze gebruiken, komt van de nabijgelegen boerengroep uit Boyolali waar we eerder op bezoek waren.

Women group

Om hun verhaal uit te dragen, publiceren ze recepten in lokale bladen en houden ze standjes op evenementen. Zeker niks grootschaligs, maar het heeft wel iets weg van virale marketing, zonder de dure termen. Bovendien helpen zo’n intiatieven mee om een afzet op lange termijn te creëren voor de productie van de boeren. Vraag en aanbod, zoals de toog-econoom het zou samenvatten.

Tot zover de relevante feiten. En dan vraagt u zich wellicht nog af hoe het afliep met mijn problematisch stoelgang van de voorbije anderhalve dag (indien u zich dat niet afvraagt, is het hier gedaan met de leespret). Wel, op de locatie waarvan sprake, speelde het probleem voor het eerst sinds het ontwaken weer op. In die mate zelfs dat ik met een verbeten trek de weg naar het kleinste kamertje moest vragen.

Gedienstig geleidde de gastvrouw mij mee naar een hokje op de koer achter de woning. Deurtje open, deurtje toe… Echter, ik zag enkel een vierkante meter leegte en een pompbak. Intussen verhoogde de druk op mijn kurk en stampvoetend en met klam zweet op het voorhoofd zocht ik naar een opening.

Toen sprong een baksteen op de grond mij in het oog. Stuiptrekkend schoof ik het gesteente langs de kant en er ontwaarde zich voorwaar een gat van circa 7 centimeter diameter. Zonder verdere reflectie positioneerde ik mij boven de bres en liet mij gaan. Om u een idee te geven: ik voelde mij een jager die met zijn hagelgeweer naar een dwerghamster schiet.

Maar daarmee was ik wel meteen verlost van die donderse tourista. En gelukkig waren de dames vol begrip voor de weinig benijdenswaardige situatie waar ik mij op luttele meters van hen uit bevrijd had.

Nog rijst

(23/01/08 ) Dag 8 in Indonesië (2)

Rice farmer group

De voormiddag van dag 8 leidde ons naar de rijstvelden van Boyolali. Niet ver van het meer dan drukke Solo, maar toch zeer rustig en mooi gelegen. We worden er rondgeleid door de mensen van een boerengroep waarmee Vredeseilanden en LSKBB (partnerorganisatie) al een tijdje samenwerken rond productie en vermarkting van rijst.

Cipto, rice farmer

De man die ons rondleidt op de velden is de man in het geel, Cipto Mulwatno. Een naam die hoge toppen scheert in de discipline “bestbekkende namen”, dacht ik zo. Wijs, rustig en vooruitziend zijn de adjectieven die deze man uitstraalt. Hij begeleidde het proces om de productie om te zetten naar een biologische teeltwijze en ervoor te zorgen dat iedereen binnen de coöperatieve zich aan dezelfde normen houdt.

Rice processing

Om meer onafhankelijkheid te krijgen ten opzichte van alle tussenpersonen die willen verdienen aan een product waar ze in se weinig verdienste aan hebben, doen ze meer zelf en proberen ze via hun eigen “holding” een directere weg naar de markt te vinden. Lees: rijst in eigen beheer pellen, verpakken en verkopen. Rechtstreeks aan consumentengroepen ofwel aan kleine winkels waarvan er zoveel zijn in de nabijgelegen steden. Dat er hier fatsoenlijke wegen zijn, biedt hiertoe sowieso al meer mogelijkheden dan op veel andere plaatsen.

Packaging

Hoe ze de prijs voor hun product bepalen, wilde ik nog weten. Het antwoord bood mij inzicht in een even briljante als eenvoudige marketingstrategie: ze maken hun rijst goedkoper dan de biorijst in de winkels en iets duurder dan de gewone rijst.

Harvesting

Tot slot vertelde hij nog over een welkom neveneffect van het verkopen in groep. Voor ze een boerengroep hadden, kwamen opkopers bij ieder afzonderlijk, kochten de hele oogst op en betaalden cash. Zo kregen gezinnen (of toch de gezinshoofden) opeens veel geld in handen, wat de verleiding deed ontstaan tot impulsief uitgeefgedrag.

Bovendien hielden veel boeren geen rijst voor eigen consumptie over. Bij de minste tegenslag was er dan geen geld voor handen om voedsel te kopen. Eerlijkheidshalve moet ik erbij vertellen dat zulke praktijken veelal alleen voorkomen wanneer vrouwen te weinig in de pak te brokken hebben. Hoor mij hier pleiten voor vrouwenversterking en emancipatie…

Farmer group leader

Maar goed, genoeg kwaad gesproken over mijn eigen geslachtsgroep. Ik vond het niettemin een schone moraal om mee af te sluiten.

Fijn stof

(23/01/08 ) Dag 8 in Indonesië

Leeg.

Zo voelde ik mij rond 5u30 ’s morgens bij het ontwaken. Leeg, maar wel vrij van koorts. De eerste meevaller in 24 uur van onophoudelijke sluitspierweeën. Het bed uit, een andere keuze was er niet, het programma diende afgewerkt te worden. Wij dus naar de luchthaven, waar de binnenvlucht naar Yogyakarta (Centraal-Java) om 8u zou vertrekken.

In afwachting van de vlucht, trok ik mijn spijsvertering voorzichtig weer op gang met het kluiven van een Indonesische versie van de rozijnenkoek. Alles bleef binnen.

De vlucht vertrok om 8u en geloof het of niet, dat was ook het tijdstip dat wij aankwamen in Yogyakarta. Pure time travelling of gewoon een andere tijdzone? Op deze dag was het gewoon convenant om een uur langer te hebben.

Solo streets

Vergeleken met Flores is Centraal-Java een stijlbreuk van formaat: afgezien van een paar oneffenheden is het hier vlak. Zo vlak dat er zelfs treinen en fietstaxi’s rijden. Steden als Yokyakarta of Solo leken mij voor het overige niet veel af te wijken van andere dichtbevolkte steden.

Solo streets

De wegen puilen uit met vrachtwagens waarvan de afschrijvingsdatum al dertig jaar gepasseerd is en met ontelbare bromfietsen die zich adequaat door elke verkeersopening persen. De lucht in deze context proefde alleszins niet florissant. Sommige zoeken daarom hun heil in het mondmaskertje.

Solo streets

Maar ik moet niet klagen, ik was slechts op doortocht. (Naar Boyolali , om u al het vervolg van het verhaal te verklappen.)

Solo streets

Ondertussen in Brussel

Colloquium - Egmontpaleis

Na drie eerdere ronde tafels in het parlement over het “Belgisch beleid tegen de honger”, vond woensdag het slotcolloquium plaats in het Egmontpaleis. De kans dat u dit stukje staatspatrimonium al langs de binnenkant heeft meegemaakt, is eerder gering. De zaal is dan ook enkel te reserveren door de minister van Buitenlandse Zaken. En jawel, voor de gelegenheid mocht het van Karel.

Zelf was hij er niet, wel de kleine Michel in zijn hoedanigheid van minister van Ontwikkelingssamenwerking. Volgend beeld vond ik wel geslaagd toen ik het op het schermpje van mijn Canon bekeek, maar op dat micro-formaat kon ik nog niet zien dat hij eigenlijk geen klein beetje scherpte mist. Mea culpa, de vaste hand liet het afweten. Ik zou mezelf voor zulke stommiteiten pijn kunnen doen.

Charles Michel

In den beginne was er nog een receptie/lunch waar ik deze ober in opperste concentratie tegenkwam. Respect, best man. Ik zie het mezelf niet doen, met volle schotels laveren tussen onzorgvuldig geparkeerde praatgroepjes. Moest ik daar opdienen, het vast tapijt ware maar beter in drievoud verzekerd.

Egmontpaleis - receptie

En ziehier nog een meneer van de Wereldbank die het rapport “Agriculture for development” kwam toelichten. Samengevat: investeringen in landbouw zijn de efficiëntste hefboom voor armoedebestrijding in ontwikkelingslanden. Zo, daarmee heb ik u weerom 350 bladzijden gortdroge lectuur bespaard.

Guggi Laryea (Worldbank)