Fijn stof

(23/01/08 ) Dag 8 in Indonesië

Leeg.

Zo voelde ik mij rond 5u30 ’s morgens bij het ontwaken. Leeg, maar wel vrij van koorts. De eerste meevaller in 24 uur van onophoudelijke sluitspierweeën. Het bed uit, een andere keuze was er niet, het programma diende afgewerkt te worden. Wij dus naar de luchthaven, waar de binnenvlucht naar Yogyakarta (Centraal-Java) om 8u zou vertrekken.

In afwachting van de vlucht, trok ik mijn spijsvertering voorzichtig weer op gang met het kluiven van een Indonesische versie van de rozijnenkoek. Alles bleef binnen.

De vlucht vertrok om 8u en geloof het of niet, dat was ook het tijdstip dat wij aankwamen in Yogyakarta. Pure time travelling of gewoon een andere tijdzone? Op deze dag was het gewoon convenant om een uur langer te hebben.

Solo streets

Vergeleken met Flores is Centraal-Java een stijlbreuk van formaat: afgezien van een paar oneffenheden is het hier vlak. Zo vlak dat er zelfs treinen en fietstaxi’s rijden. Steden als Yokyakarta of Solo leken mij voor het overige niet veel af te wijken van andere dichtbevolkte steden.

Solo streets

De wegen puilen uit met vrachtwagens waarvan de afschrijvingsdatum al dertig jaar gepasseerd is en met ontelbare bromfietsen die zich adequaat door elke verkeersopening persen. De lucht in deze context proefde alleszins niet florissant. Sommige zoeken daarom hun heil in het mondmaskertje.

Solo streets

Maar ik moet niet klagen, ik was slechts op doortocht. (Naar Boyolali , om u al het vervolg van het verhaal te verklappen.)

Solo streets