Tearjerken in de bergen

(21/01/08) Dag 5 in Indonesië, het vervolg

Rice fields

Mijn sympathieke reisgezel Anton en ik verlieten Arus tegen de middag, samen met Josep, de stuurman en kapitein van het gewield gevaarte dat ons door het onvlakke landschap voer. Spijt dat we maar een paar uur konden blijven, want er was nog veel meer te zien en te doen (en te eten). Maar de tocht was nog lang. Bestemming: Ngada.

Niet dat we een fabuleus aantal kilometers te vreten hadden, doch met ontelbare haarspeldbochten bergop en bergaf is de verhouding afstand-tijd vergelijkbaar met die van onze ochtendspits.

Mountain

Het zicht onderweg was gelukkig van een ander allooi dan dat van de gemiddelde middenberm. Rijstvelden op kilometers diepe (of hoge, ’t is maar hoe je dat bekijkt) hellingen, bergen en (inactieve) vulkanen. Het heeft geen zin om kreten van verwondering te slaken terwijl je het allemaal gadeslaat, want dat zou een asociaal hyperventilerend gehinnik opleveren. Klik vooral eens op bovenstaande foto om dit landschap tot zijn schermvullende recht te laten komen. Eén ding weze duidelijk: veel treinen zullen er op dit eiland nooit rijden. Liften zouden meer succes kennen.

Josep

Een chauffeur die de streek en de weg kent, is hier een plus. Met Josep zaten wij op navigatief vlak gelukkig als heipalen gebeiteld. De hoofdweg was in zijn globaliteit dan wel betrekkelijk verhard te noemen, onderweg doken her en der toch enkele onderbrekingen in het wegdek op. Geen paniek echter, want de balkjes om deze wegbreuken te overbruggen, zaten in de prijs inbegrepen.

Hole

Zo hobbelden wij uren verder. Ter vermaak trapte Josep zijn geïntegreerd entertainment system op gang bestaande uit drie cassettes vol amoureuze gezangen. Door het sleet op de tapes werden deze tearjerkers nog aangescherpt met een treffend vibrato.

Jealous guy, I Can’t Live (If Living Is Without You), Wonderful tonight, When a man loves a woman,… Inderdaad, het soort toondichterij waarmee men in ons taalgebied volumes heeft vol geperst onder de noemer Knuffelrock.

Maar ach, op dat moment verzachte het allemaal het reumaverwekkende geschok. En in combinatie met die landschappen… Daar word ik nu eens zo week als een oester van. Hier wat extra visueel plezier.

Mother & Child

Koffie slurpen in Arus

(21/01/08) Dag 5 in Indonesië (maar voor de chronologische volledigheid ook de avond van dag 4)

Cathedral Ruteng

Na de rijst de koffie. Van Munting bollen we naar Ruteng. Daar worden we ontvangen door drie heren van Delsos en AYO Indonesia: Tarsih, Adam en Huberté. Hun organisaties zijn gespecialiseerd in koffie en de marketing daarvan.

In Ruteng stoppen we even bij het hotel waar we ons te slapen zullen leggen. Er is een bed, een schrijftafel in staat van ontbinding en een stoel. Of nee, ik vergeet nog de coax-kabel die uit de wand groeit ter aanbieding van de optionele sateliettelevisie. De matras op het bed wordt beschermd door een kraaknette overtrek met zonvergeelde bloemen. Het bijhorende deken heeft dan weer een rood-wit motief waarvan de vrolijk makende werking nog bewezen moet worden.

Goed, qua gezellige inkleding scoort een brug over de E-40 wellicht hoger, maar de propere berglucht compenseert dat ruimschoots. Voor een warme douche moet je de overtocht trouwens ook niet maken. Er is water uit de kraan, zij het enkel koud, want we zitten op meer dan 1000 meter boven de zeespiegel. Ook een douchespuit is voorzien, maar het eerste water moet er nog uitkomen. Dat zal trouwens een constante worden op Flores: overal zijn douches, maar ze werken toevallig niet op het moment dat ik er onder wil staan. Niet dat ik mij stoor natuurlijk. Zich wassen met de waterpan is bijzonder waterefficiënt en snel. Enkel zonde van de geboorde gaten om die douchekraan te installeren.

Tarsih, Adam en Huberté nemen ons mee naar een restaurant in het centrum van Ruteng, een Chinees restaurant. Zoals alle Chinese restaurants ter wereld, staat er hier van alle lekkers op de kaart, behalve datgene wat Chinezen doorgaans door hun slokdarm geleiden. De uitbater is een vriend van Tarsih, die ons meteen zijn speciale eetruimte ter beschikking stelt. “Only for holy people”, balt de kok zijn kennis van het Engels. In the Holy Room eten we onder een Ché-poster met onderschrift “der letzte revolutionar”. Als den Duits het zegt, zal het wel waar zijn.

De maaltijd zelf was uitermate smakelijk. Afgezien van de rijst, heb ik geen idee wat er op mijn bord lag, maar het was iets vlezig met groenten, voorafgegaan door een vissoep. Een banaantje bij wijze van copieus dessert gleed naar binnen alsof het in snot gedrenkte paling betrof en de Bintang pilsner toonde zich smeerolie voor een geslaagde vertering. Nnnnice.

Tang

’s Anderdaags vertrekken we richting Arus, waar we een koffieplantage bezoeken. Het interessante lag hem in het feit dat ze veel meer doen dan koffie verbouwen binnen de structuur van een coöperatieve onderneming, maar dat ze ook marketing-achtige initiatieven nemen om hun koffie te positioneren op de markt. Smaakgewijs is hun koffie waarlijk een voltreffer. In tegenstelling tot de andere plaatsen die we bezochten kieperen ze er ook geen overdosis suiker in, maar drinken ze hem gewoon zwart. I like.

Farmer group leader Donatus

De leider van de lokale boerengroep is een indrukwekkende tiep: Donatus Matur. Heeft zijn ganse leven vooral in de toeristische sector gewerkt, om te eindigen bij de VN op Oost-Timor. Toen de keet daar in ’99 ontplofte tijdens de onafhankelijkheidsstrijd, verloor hij drie collega’s en ging hij terug in Arus wonen. Nu leidt hij daar dus de boerengroep. Daarover schreef ik al een stuk voor de Vredeseilandensite, veel ga ik er hier dus niet aan toevoegen.

Farmer group Arus village

Feit is dat je dergelijke mensen moet ondersteuning bieden, maar verder vooral moet laten doen. Toen we Arus verlieten, kregen we nog koffie mee als souvenir. Donatus gaf ook zijn GSM-nummer voor het geval dat ik nog eens in de buurt ben. Ik kan in deze niks beloven, maar wie weet…

Arus village