The bear that wasn’t

The bear that wasn't

Temidden van de hedendaagse monocultuur van non-talent, mogen wij tot onze vreugd zo nu en dan een groene scheut verwelkomen die het betasten van onze goede smaak weerd is. (Indien de tijd mij dat toelaat, verzin ik nog een pretentieuzer openingszin. Maar nu moeten we door.)

De groene scheut is in deze The bear that wasn’t, ofte Nils Verresen. Een jongman. Een jaar of 23. Trekt rond van huiskamer naar huiskamer, op zoek naar eten, een slaapplaats en een schamel publiek om – in ruil voor al het voorgaande – enkele liedjes te trakteren. Zodoende belandde hij op het Gemeenteplein16, een plek waar huiselijke gezelligheid met Jupiler en Westmalle Tripel wordt aangelengd.

Mijn overtuiging is dat men de waarde van een muzikant niet kan afluisteren van cd. De Cubases, ProTools en consoorten liggen er tegenwoordig als aangekoekte cosmetiek op. De ware kunstenaars lijken wel achter het mengpaneel te verblijven, waar ze zonder horten de zang van een schrapende betonmolen naar een koorstem morfen. Enkel op de stem van Arno lijken die nieuwerwetsigheden zich te verstuiken.

Nee, dan kan één man met een gitaar en zijn onversterkte stem mij wel overtuigen. Waarvoor hulde.

Dat alles in feite om maar te zeggen dat ik foto’s heb genomen. Wie mijn stationaire carrière volgt, weet dat dat lang geleden was. Ikzelf noem het een “artistieke rustpauze” wanneer mij daar naar gevraagd wordt (geloof het of niet: dat gebeurt). Het is maar een van die manieren waarop ik mijn gebrek aan ambitie en initiatiefzin in de wintertijd tot een gewichtige levenskeuze verhef.

Nog een handvol foto’s:

“Ik had u gewaarschuwd, hé, dat het lang ging duren”

Zo waar dat er geen ontkennen aan was. Maar als ik ergens ben, volhard ik. Ook al bezette een span van vier vrouwen de beschikbare stoelen in het kapsalon. In mijn voortvarendheid telde ik maximaal een half uur per kapbeurt. Kat in ’t bakkie, volgens die prognose, want dan was het binnen luttele ogenblikken mijn beurt.

U schudt het hoofd? Gelijk heeft u, want u weet natuurlijk dat naar de kapper gaan voor een beetje vrouw een halftijdse betrekking is. Ik had dus beter moeten weten. Temeer omdat ik onder de klandizie zo enige exemplaren spotte die de impact van hun mechen op de perceptie van hun billen nog aan het voorrekenen waren. Lees verder “Ik had u gewaarschuwd, hé, dat het lang ging duren”

Dartele varaan

Ik hoeft niet uit te leggen
wat woorden
toch nooit kunnen zeggen

Ik hoeft niet stil te staan
bij dingen
die toch nooit vergaan

Maar wat niet moet
kan nog altijd mogen
Vandaar mijn overmoed
opdat gij mij zult gedogen

Dus vraag ik: laat mij leven
laat mij zijn
Ik wil u alles geven
een leven zonder pijn

Gij zijt als edel ijzer,
een dartele varaan
De bladwijzer
in mijn korte levensverhaal

Gij zweeft met strakke lijnen
over ’t leven zijn ravijnen
Hopend dat gij ooit blijft hangen
in de vangrail van mijn verlangen

Nu wil ‘k uw antwoord kennen
Op de vraag die ‘k niet durf stellen
Dus laat mij hier niet langer staan
En maak het keihard aan.

Lees verder Dartele varaan

Een grote lantaarn, maar weinig licht

Zo luidde ongeveer de samengevatte visie van mijnheer K. op de oudste der dragers van zijn achternaam.

Aanleiding van ons treffen was een treinvertraging die het verblijf van de reizigers op het perron op nogal ondemocratisch wijze verlengde. Mijnheer K. liet zich naast mij op de harde bank zakken, stootte mij aan en gebaarde mij tot het afzetten van de hoofdtelefoon. Lees verder Een grote lantaarn, maar weinig licht