Kuta

Kuta Beach

Zal ik eens verder gaan met het geven van een chronologisch overzicht van wat ik zo tegengekomen ben in Indonesië? Welaan dan.

Op dag twee trok ik na de overdagse bezigheden richting Kuta beach, het toeristische hart van Bali. In de omliggende straten is het een permanent aanschuiven van wagens gestouwd met tamme toeristen die allemaal zo dicht mogelijk bij het strand willen parkeren of afstappen. Door zichzelf aangestelde verkeersleiders dirigeren met verwarrende armbewegingen en overstemd gefluit de auto’s in en uit de parkeerplaatsen in ruil voor wat roepia’s.

Veel volk dus, al klagen de locals wel steen en been omdat het toerisme zich sinds de aanslagen in 2002 en 2005 slechts schuifelend herstelt. In de straten is er niet veel meer te merken van de ontploffingen. Enkel een naar mijn oordeel afzichtelijk monument herinnert aan de gebeurtenissen.

Bali bombing monument

Het strand van Kuta is ook niet bepaald mijn favoriete plek. Nogal beperkt in oppervlakte en veel afval. Naar ik mij heb laten vertellen komt het vuilnis in grote drommen aangespoeld van verderop gelegen eilanden. Enkele keren per dag wordt het dan op hoopjes bij elkaar geschept, wachtend op een definitiever bestemming.

Kuta Beach

In de tien minuten dat ik met mijn voeten in het zand stond, kwam het zelfs tot een treffen met een passerende strandverkoper. Geen geleur met schepjes en emmertjes voor deze jongen, hij brengt bogen en plaaspijpen aan de man. Voor geen geld wilde hij mij zijn koopwaar verpatsen. Zelfverzekerd begon hij het tuig te demonstreren om elke twijfel uit de weg te ruimen.

Kuta Beach

Noem mij een dwaas, maar ik besloot toch om de boog af te houden (ha!). Als excuus gaf ik op dat ik met deze objecten weinig kans maak om toegelaten te worden op een vliegtuig. Maar de man verzekerde mij dat dit geen enkel probleem zou zijn. In een tijd waar men bij de controle moeilijk doet over een balpen, had ik toch zo mijn reservaties en zei dus maar dat ik next time zou terugkomen voor een grote aankoop. In ruil voor zijn geduld zou ik alvast een foto maken van zijn koopwaar om die in België te promoten. Zodus, als u geïnteresseerd bent, dan weet u waar terecht.

Kuta Beach

Zurück

Inmiddels is uw globetrotter terug in het vaderland aangekomen. Ik kan enkel bijzonder tevreden terugkijken op wat ik gezien, gehoord en gevoeld heb. Maar sta me toe de gebeurtenissen dag per dag toe te lichten als mijn toestand van uitgeput naar gewoon vermoeid is overgegaan.

Op de werkplank liggen momenteel een 800-tal foto’s te wachten op verwerking, maar nu even dus niet. Om niet compleet als bloemzak over te komen, deel ik enkele beelden met u van Singepore Airport. Voor mijn vlucht naar Amsterdam moest ik daar vier uur doorbrengen, maar heb ik mij verveeld? No sir!

Singapore Airport

Singepore Airport, lieve lezers, dat is nu eens werkelijk een fafoule-luchthaven. Gewone stenen kennen ze daar niet, enkel marmer. En die marmeren muren behangen ze dan nog met ontelbare flatscreens. Deuren, kranen, wc’s,… alles gaat volautomatisch open en toe. Tussen de uitgestrekte vlakten van vast tapijt, ontspruit her en der een watervalletje of fontein, al dan niet aangevuld met een school tropische vissen. Dan zwijg ik nog over de zeteltjes met voetmassage en de gratis internet toegang en en en…

Ook voor gepensioneerden die een centje bij willen verdienen, biedt de luchthaven een gamma aan kansen. Getuige dit driegewielde heerschap.

Singapore Airport

Stand van zaken

Bon, we zitten nu dus nog in Bali te zweten en te stinken. Want het is hier warm en vochtig, een combinatie die aanvoelt als een haardroger terwijl je in een sauna vertoeft. Bovendien heb ik tijdens mijn heengaan in 24 uur meer vliegtuigmaaltijden verwerkt dan mijn darmen wenselijk achtten. Vrees niet, het klinkt dramatischer dan het is of riekt, want we staan tot nader order stevig op de beide benen.

Om op de bestemde locatie geraken, dreef het lot mij richting Amsterdam. Teneinde daar te geraken, werd ik manu militari op een cityhopper van KLM gejaagd. Een gevleugelde claustrofobische tube met opruiende propellers is dat, die het gevoel geeft dat men elk moment boven de Congo kan gedropt worden.

Dat laatste gebeurde niet. Helaas? Daar kan men over discussiëren. Feit is dat het gevaarlijkste dat ik tot nu toe gedaan heb, bestaat uit het eten van ne club kaas-hesp op Schiphol. Ik hou het qua beschrijving op muf, elastisch en aanverwante eigenschappen die men in normale omstandigheden enkel zou gebruiken in de context van een afgeschreven latexondergoed.

Dat ik de verwerking van deze klodder verzopen brood ook nog in het gezelschap van een loopband moest doorbrengen die elke 30 seconden “mind your step” uitslaat, maakte de situatie er niet stemmiger op. Maar het vooruitzicht op het vertrek maakte dan weer een en ander goed.

Bij het inschepen voor Singapore kon ik mij niet van de indruk ontdoen dat het hebben van kleine kinderen een voordeel oplevert. “People struggling with babies or small children” mochten eerst langs de controle. Ja, in het luchtvaartwezen weten ze de struggle van het ouderschap naar waarde te schatten.

De eerste dag op kantoor heb ik mij onledig gehouden met enkele IT-gerelateerde affaires als daar zijn het netwerk, intranet en een introductie tot Joomla, een alom geliefd content management systeem ter beheer van websites. Ik heb mijn best gedaan en ben er hopelijk in geslaagd om niet teveel als volkomen nerd over te komen. De interesse van mijn geëerd publiek scheen te groeien naar mate het vorderen. Een goed teken, naar het schijnt.

Het hotel waar ik tot zaterdag verblijf, is evenzeer een locatie met een verhaal. Kamer in orde, matras niet te hard niet te zacht en een regelbare kraan op de douche. Edoch boven de oprit van het verblijf wappert een bannier met de onheilspellende woorden “Welkom OBI overwinteraars”. Een cryptische omschrijving om te waarschuwen voor een neergestreken bejaardenmaffia uit Nederland die er haar wintermaanden doorbrengt. Jazeker, Indonesië heeft zijn eigen Benidorm.

Overdag heb ik daar weinig last van. Bij het ontbijt manifesteren die lieden zich echter door om ’t er ’t opvallendst binnen te sleffen, elkaar met verheven stem te begroeten om vervolgens pedante betweterigheden te spuien alsof hun paspoort er van afhangt. Over het waarom achter de rondstrompelende kat met één oog of over bepaalde gedragingen van de lokale bevolking of over de herkomst van het continental breakfast…

U ziet het, het avontuur lacht mij hier toe. En dan moeten we nog naar Flores en Java trekken!