Mannen met baarden

(24/01/08) Dag 9 in Indonesië (4)

De laatste halte in Solo en dan weer naar Bali (en dan weer naar huis). We spreken af met de drie mensen van Jaker PO, nog een redelijk jonge partnerorganisatie die Vredeseilanden helpt opstarten.

Samengevat: ze brengen kennis van verschillende organisaties uit het land samen, organiseren dialogen met overheden, universiteiten en bedrijven, en ze bundelen die evidence om het beleid te verbeteren.

Om niet te lang op het abstracte niveau te blijven hangen, sturen ze ons door naar een kleine organisatie die lid is van het netwerk (en tijd heeft): een groep van 45 families, vandaag vertegenwoordigd door een divers kwartet met – op één uitzondering na – gezichtsbeharing als gemeenschappelijk kenmerk.

Network organisation

De groep behelst zowat de hele internationale gemeenschap: van Indonesiërs over Duitsers, Canadezen, Amerikanen, Britten, Australiërs en ja… zelfs een Belgische familie. Ze behoren voornamelijk tot een begoede middenklasse, met bijna allemaal een ondernemersachtergrond.

Fan zijn ze vooral van de biologische rijst die de boeren van het Boyolali produceren. Vier leden baten ook een restaurant uit, waar ze enkel deze rijst aanbieden aan de klanten, met op de menukaart extra informatie over de herkomst van het product.

Toch ligt hun rol vooral in het advies dat ze kunnen aanleveren vanuit hun verschillende beroepsachtergronden. Met de ervaring die ze hebben in marketing en productontwikkeling, hebben ze zeer zinnige dingen te vertellen als het over verpakking of het vinden van nieuwe nichemarkten gaat. Informatie en kennis die boerengroepen vaak ontberen.

Op het eerste zich zou men dit gezelschap niet verbinden met ngo-werk, maar op hun schaal tonen ze wel hun meerwaarde met gratis advies en mond-aan-mond reclame. Ik hou wel van de informele manier om ideeën los te maken en te leren, al is er zeker nog ruimte voor verbetering,

Tot daar dus mijn reisverslag, dit was officieel de laatste episode. Een strijd waar ik maar liefst drie maanden heb over gedaan. Alzo heb ik drieledige missie van educatie, informatie en ontspanning die ook deze webstek hoog in het vaandel draagt, met zekere voldoening volbracht. Tot genoegen!

Toerist

(24/01/08) Dag 9 in Indonesië (3)

Pura Mangkunegaran

Tijd voor… toerisme! Na het middageten zaten we nog met een paar lege uurtjes tot onze volgende stop. Terwijl de moslims van het gezelschap hun vrijdagplicht vervullen, breng ik met twee andere geïnteresseerden een bezoekje aan het Pura Mangkunegaran. Een paleis van de voormalige Koninklijke familie, dat naar hun normen “klein en intiem” was. Al zou ik het optrekje nu ook weer niet als claustrofobisch omschrijven.

Voor de uitgebreide toeristische informatie, verwijs ik graag naar andere bronnen (daarvoor is de hyperlink op een regenachtige namiddag uitgevonden). Feit is dat de prins rond 1757 zin had in een paleis. En omdat hij in Europa had gestudeerd, wilde hij wel enkele continentale toetsen in zijn nieuwe stulp.

Pura Mangkunegaran

Zo komt dat veel in dit paleis vertrouwd overkomt. De glasramen komen zelfs uit België, heb ik mij laten wijs maken. Wie echte lokale traditie wil spotten, moet zich buiten de plechtstatigheid van Mangkunegaran begeven.

Pura Mangkunegaran

Het paleis is ommuurd door een gordel van huizen (het personeel moest wellicht ook ergens slapen). In een van die ruimtes oefende een ensemble dat traditionele muziek bracht. Fascinerend om zien, maar na tien minuten begint het gedjingel djangel voor een ongeoefend oor toch zwaar te wegen.

Pura Mangkunegaran

Al bij al een fijne plek om geweest te zijn. In de marge van ons bezoek, werden we nog aangeklampt door een contingent tienermeisjes die om ondoorgrondelijke redenen met me op de foto wilden met. De Jean-Marie Pfaff in mij stemde toe. Daarmee slingeren er nu ergens in dat werelddeel vijf foto’s rond van mijzelf in combinatie met een enkele minderjarige meisjes. Als daar maar geen boeken over geschreven worden.

Maters aan de alma mater

(24/01/08) Dag 9 in Indonesië (2)

Solo University

Na de passage langs de straatkiosk, worden we verwacht op de universiteit van Solo. We hebben er een afspraak met een professor van de landbouwfaculteit en zijn staff. Sinds enkele jaren maken duurzame landbouwtechnieken (LEISA – Low External Input Sustainable Agriculture) hier integraal deel uit van het curriculum van de landbouwdeskundigen in spe.

Het initiatief kwam er na overleg tussen universiteit, overheid, spelers uit de private sector en enkele ngo’s, waaronder LSKBB. Aan de landbouwfaculteit wordt er nu ingezet op onderzoek naar organische bestrijdingsmiddelen en fertilizers. Vindingen die doorgaans direct bruikbaar zijn, ook voor boeren zonder notering op de beurs.

Zoals te zien op de foto, is de universiteit van Solo bijhoorlijk vrouwelijk van aanblik. Bleek dat enkele onder hen thuis nog een huwbare dochter achter de hand hielden, voor wie een een jong gediplomeerd manmens een geschikte partij kon zijn. Indonesië, een land vol mogelijkheden, onthoud ik.

In vrouwelijk gezelschap

(23/01/08 ) Dag 8 in Indonesië (3)

Women group

In Solo maken we nog kennis met de leden van een vrouwengroep. Deze schare geëngageerde madammen wijst de aanwezige heren kordaat de deur aan het begin van hun bijeenkomst. Anton en ik overleven de zuivering. Een interview is anders nogal moeilijk.

Wanneer de formaliteiten achter de rug zijn, vertellen ze door elkaar wat ze allemaal doen met hun vereniging. Niet alleen springen ze hier en daar bij in gezinnen met hulpbehoevende kinderen of ouderen, ze zijn ook bewuste consumenten. Zo gebruiken ze alleen producten uit duurzame landbouw in hun eten. Bij wijze van voorbeeld: de rijst die ze gebruiken, komt van de nabijgelegen boerengroep uit Boyolali waar we eerder op bezoek waren.

Women group

Om hun verhaal uit te dragen, publiceren ze recepten in lokale bladen en houden ze standjes op evenementen. Zeker niks grootschaligs, maar het heeft wel iets weg van virale marketing, zonder de dure termen. Bovendien helpen zo’n intiatieven mee om een afzet op lange termijn te creëren voor de productie van de boeren. Vraag en aanbod, zoals de toog-econoom het zou samenvatten.

Tot zover de relevante feiten. En dan vraagt u zich wellicht nog af hoe het afliep met mijn problematisch stoelgang van de voorbije anderhalve dag (indien u zich dat niet afvraagt, is het hier gedaan met de leespret). Wel, op de locatie waarvan sprake, speelde het probleem voor het eerst sinds het ontwaken weer op. In die mate zelfs dat ik met een verbeten trek de weg naar het kleinste kamertje moest vragen.

Gedienstig geleidde de gastvrouw mij mee naar een hokje op de koer achter de woning. Deurtje open, deurtje toe… Echter, ik zag enkel een vierkante meter leegte en een pompbak. Intussen verhoogde de druk op mijn kurk en stampvoetend en met klam zweet op het voorhoofd zocht ik naar een opening.

Toen sprong een baksteen op de grond mij in het oog. Stuiptrekkend schoof ik het gesteente langs de kant en er ontwaarde zich voorwaar een gat van circa 7 centimeter diameter. Zonder verdere reflectie positioneerde ik mij boven de bres en liet mij gaan. Om u een idee te geven: ik voelde mij een jager die met zijn hagelgeweer naar een dwerghamster schiet.

Maar daarmee was ik wel meteen verlost van die donderse tourista. En gelukkig waren de dames vol begrip voor de weinig benijdenswaardige situatie waar ik mij op luttele meters van hen uit bevrijd had.