De schoolomgeving als bordeel van familiale smart

Was Marco dan zo’n prototypisch kind dat verwekt was ter stutting van een uitgewoond huwelijk? Een geantidateerde nakomeling, een louter bedhoudkundige operatie om de balanswaarde van het versneld afgeschreven gezinsgeluk op peil te houden?

“Allé Mark doe toch nie zo lomp.”
“Ja, ik kan veel zien, ma nie alles hé?”
“Nee da’s waar. En veel is bij u ook nog altijd bekans niks.”
“Och, kijkt naar uzelf hé.”
“Awel, ja. Ik kijk naar mezelf. Gij zou da beter ook doen, ge zou der iets van leren. Enfin, als ge thuis zou zijn, tenminste.”
“Och.” Lees verder De schoolomgeving als bordeel van familiale smart

De Ware en de Arm

Er komt een moment dat een man zijn ware gevoelens moet tonen. Dat hij die gyproc-façade van zelfzekerheid dynamiteert door het ontsteken van de lont aan die ene vraag die – bij onadequaat woordgebruik – in zijn gezicht kan ontploffen en zodoende zijn verdere kansen tot toenadering hypothekeert.

Daarom naderde ik haar – volgens de badge in haar handtas een Caroline eerste klas – met de omzichtigheid van een kat die een merel in het blikveld heeft. Zij vermoedde niks. Dat maakte ik thans op uit de manier waarop zij nog net een te groot stuk chips in één tijd haar mondgat binnen stouwde. Geen zicht.

Toen zij de schel chips met het kraken van een ijsberg verwerkt had, zette ik de stap. Lees verder De Ware en de Arm

Ik wil ze terug

Ze kefte nog iets van haar gevoelens, maar dat had ik niet helemaal begrepen. Hij ook niet, en al langer dan vandaag. Een chronisch onbegrip van haar gevoelswereld dat hier, aan deze kleinstedelijke achterkant, aanleiding gaf tot een schijnbaar onherstelbare fractuur in hun adolescente kalverliefde.

Terwijl zij zich schokschouderend en nog nahappend van woede verwijderde van de gekrenkte setting, keek hij haar met geglazuurde ogen na. Klaar om te verschrompelen tot een braakbal van uitgekotste liefde. Lees verder Ik wil ze terug