Valse start

Stop at Arkanes

Dag drie.

We boarden onze gehuurde Toyota Yaris, nemen een bescheiden aanloopje om de aangevroren oprit van de garage uit te klimmen en hitten zodoende de road.

Edoch.

Luttele momenten later weerkaatsen reeds malcontente geluiden uit het krappe carrosseriewerk. Blijkt? Zelfs op het doodeenvoudige IJslandse wegennet (een lus rond het eiland) slagen wij erin verkeerd te rijden. Naar boven in plaats van naar beneden, daar komt het zo een beetje op neer.

Is dat erg? Welnee, ware het niet dat wij daarbij ook een tunnel aandeden die aan tolheffing onderhevig was. Dat zegt men natuurlijk ook pas wanneer de argeloze reiziger de tunnel uitrijdt. Wij betalen – op dat moment nog in de overtuiging dat we goed zitten – braaf onze 800 kronen tol en parkeren ons vervolgens teneinde de route naderbij te bestuderen.

Het scheelde dus niet veel of wij waren in Arkanes beland. Niks tegen die plek, maar het druisde absoluut in tegen onze summiere planning. Het vervolg was een inverse déjà vu: tol betalen, tunneltje in, tunneltje uit. Een grap van 1600 kronen, of iets van een 11 euro. Ach kom, geen geld voor zo’n avontuur. Algauw groeide de consensus dat het allemaal te wijten was aan de ondeugdelijk wegenkaart, die wij prompt bedankten voor bewezen diensten en vervingen door een gedetailleerdere soortgenoot.

Kwestie van aan deze nutteloze kilometers en 1600 ISK toch enigszins een zinperspectief te geven, heb ik een paar landschappelijke plaatjes vastgelegd van deze plek die ons tot diepere inzichten bracht. Het staat u vrij erop te bieden. De opbrengst gaat integraal naar het fonds voor teveel betaalde tolheffingen. Lees verder Valse start

Dik doen in de Perlan

Perlan

Van dat ploeteren in het zilte water van de Blue Lagoon krijgt een mens honger. Het was vooral die primaire lust die ons dreef naar het plateau waar de Perlan boven Reykjavik uittoornt.  Ik verlaat mij andermaal op Wikipedia voor een verhelderende toelichting:

Perlan (“De Parel”) is een cultureel centrum, iets ten noorden van de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Daarnaast is het een complex van warmwatertanks, die samen in totaal 21 miljoen liter kunnen bevatten. Oorspronkelijk was het complex alleen bedoeld voor de stadsverwarming. Begin jaren 90 werd het complex verbouwd en kreeg het de huidige vorm. Het werd geopend op 21 juni 1991. Vijf van de zes watertanks zijn nog steeds in gebruik. De zesde tank is omgebouwd tot museum. In het midden tussen de tanks staat een glazen koepel van 25,7 meter hoog. Hierin zijn een aantal winkels en bovenin een draaiend restaurant met cocktailbar gevestigd. Boven de tanks ligt een observatiedek. Het vernieuwde complex is ontworpen door de IJslandse architect Ingimundur Sveinsson.

Dat lijkt mij duidelijk.

In deze is vooral het draaiend restaurant onder de glazen koepel relevant. Het betreft een (naar mijn normen) poepsjieke keet waar wij met onze rafelende rugzakken en weinig “corporate” voorkomen danig uit de toon vielen. Maar we hadden een VISA-kaart en talrijke euro’s te besteden, die zeker na omzetting in IJslandse kroon fabelachtig ogen.

Perlan - Restaurant

In tegenstelling tot wat we de rest van de week geserveerd kregen, mag het eten hier voortreffelijk genoemd worden. Ik bestelde de kip,  voorafgegaan door een appetizer. Twee brokjes met gerookte zalm in de kern die al halverwege de slokdarm schuiven tegen de eerste gewaarwording van smaak.

Perlan - Restaurant

Gezellig was het wel op het roterende plateau. Volgens de toeristische informatie is het zicht waarlijk adembenemend van daar boven. Bij nachte is de zichtbaarheid eerder beperkt te noemen, maar de stadsverlichting oogt van daar boven ook niet mis.

Reykjavik by night

Aan het slot van de avond hadden we naar schatting iets van een 40 euro per persoon achter de kiezen. Daarvoor gaat men inderdaad al een paar keer naar de Quick, maar die draait voor zover ik weet nog niet rond.

Ziehier wat aanvullend beeldmateriaal

Lees verder Dik doen in de Perlan

In de Blue Lagoon

Blue Lagoon

De namiddag van dag 2 van ons IJslandse verblijf  stond volledig in het teken van de Blue Lagoon. Om mijn vingers te ontlasten, ziehier de definitie van Wikipedia.

The Blue Lagoon is een geothermisch bad in de buurt van Grindavík, zuidwest IJsland.

Het bad, of eigenlijk een meer, ligt in een oud met mossen begroeid lavaveld. Het water heeft een temperatuur van 39 graden celsius en bevat ongeveer 2,5% zout. Het warme water is eigenlijk een bijproduct van de geothermische elektriciteitscentrale van Svartsengi. Het water is rijk aan mineralen, silicaten en blauwwieren die het een lichtblauwe, bijna opalescerende kleur geven. Het bad trekt veel mensen met de huidziekte psoriasis omdat het water een helende werking zou hebben. Het bad is een van de grootste toeristische trekpleisters van IJsland.

Zelfs zonder psoriasis kan ik u verzekeren dat het heerlijk toeven is in het warme water. Enig nadeel is de zwavel/rotte eiren-walm die aan het wateroppervlak sluimert.

Blue Lagoon

Tussendoor kan de ronddoberende genieter zijn gezicht insmeren met een witte smurie die op verscheidene verdeelpunten in emmers staat opgesteld. Op aansturen van de vermeende helende werking van deze substantie, laten badgasten zich verleiden om hun gezicht onder de klodders drek te smeren. Wellicht lachen even verderop geniepige IJslanders in hun vuistje bij dit absurde tafereel.

Doch niks hield mij tegen om me tot fan van de Blue Lagoon te bekeren op Facebook. Mijn lidmaatschap voor de groep tegen de hoge toegangsprijzen van de Blue Lagoon (20 euro) houd ik nog even in beraad. De aanvraag voor de groep “I got naked in the Blue Lagoon” werd  radicaal afgewezen.

En de avonturen blijven maar komen… Terwijl wij in het water lagen, liepen aan de rand van de Blue Lagoon de opnames voor de Britse versie van Topmodel. Omgeven door reflectiepanelen, stond een halfvolgroeide vrouw met teveel schmink, te smalle beentjes en te weinig kleren voor den tijd van ’t jaar, zwoel in de lens te kijken. Alsof IJsland de laatste tijd al niet genoeg te verwerken heeft.

Tot slot nog een paar foto’s van de Blue Lagoon en de weg daar naartoe. Lees verder In de Blue Lagoon

Shoppen in Reykjavik

Reykjavik - City Hall

We zijn dus sinds zondag terug van IJsland. Samenvattend mag ik stellen dat het een geweldige tijd was in het land met drie inwoners per vierkante kilometer.  Een waar Walhalla voor claustrofoben.

Enfin tijd voor de nageboorte: foto’s. Dat verhaalt begint in Reykjavik. Voor de overnachting verlieten wij ons op het  4th Floor Hotel. Sjiek, wel ja, maar aan de huidige wisselkoers permiteren wij ons al eens een follieke. Het zal trouwens niet het laatste zijn.

Een gruwelijke ontdekking bij aankomst was evenwel het tijgermotief van de bedovertrekken. Zo fout dat ik er mij nog altijd een beetje vies van voel. De beelden van dit traumaverwekkende beddengoed zijn voorlopig nog in beraad bij de censuurcommissie.

Verder moeten we de IJslandse hoofdstad vooral niet overroepen. Gaan shoppen in “dé shoppingstraat” van  Reykjavik, is zoals hier speciaal naar Herent rijden om te winkelen. Of toch, zo drukte compagnion R dat met enige zin voor nuance uit.

Maar verder geen kwaad woord over deze stad. Een stad die misschien wel een even grote concentratie aan flitspalen kent dan Leuven. In en rond de stad wordt er bijgevolg uiterst gedisciplineerd gereden. In de niet bevolkte delen van het land kunnen de plankgasgrage chauffeurs dat dan weer ruimschoots compenseren op de ondergesneeuwde banen.

Here we go:

Lees verder Shoppen in Reykjavik