Dinsdag treinde ik mij op een ontiegelijk uur richting Brugge, alwaar de mensen vriendelijk evenwel voor een Brabander slechts bij de vierde herhaling verstaanbaar zijn.
Wat zich daar afspeelde was een studiedag duurzame catering in de hotel- slager- ennogvannallesschool Ter Groene Poorte. Ondermeer door Vredeseilanden georganiseerd, wat mijn aanwezigheid afdoende verklaart.
Het precieze wat en hoe incluis interessante presentatie vindt u hier.
Een weerkerend punt in de discussie bleef de kostprijs. Want ja: maaltijden die aan zekere duurzaamheidscriteria voldoen zijn duurder.
Nu is het op zich weinig verwonderlijk dat een”duurzame maaltijd” duurder is dan boef die eerst op een milieubelastende manier geproduceerd is, door mensen die er in de meeste gevallen amper iets aan overhielden en in het extreemste geval nog eens per kerosinezuiper ingevlogen werd.
In feite is er geen verschil in kostprijs. Er is misschien een prijsverschil in de winkel, maar de echte kostprijs om het te produceren, is hetzelfde, of zelfs lager voor duurzaam geproduceerd voedsel.
In het “onduurzame” geval wordt een stuk van de sociale en ecologische kosten gewoon afgewenteld op de samenleving. Er wordt dus wel voor betaald, maar op een hoger, minder direct voelbaar niveau.
En precies daar waar er dergelijke marktfalingen zijn, moet de overheid ingrijpen en ervoor zorgen dat concurrentievervalsende kostenafwenteling niet kan gebeuren.
Voila, weer een wereldprobleem opgelost. Dat begint hier aardig op werken te gelijken. Goedenavond dus. Hieronder nog wat bekijks.
Nja, een stuk van het prijsverschil zal ook wel verklaard worden door de vraag, niet? Mensen willen gerust wat meer betalen in pakweg de Oxfamwinkel omdat ze het gewoon nobeler van zichzelf vinden… “Verklaart” had overigens ook gemogen 😉
Pertinente opmerkingen, Dries…En die gênante dt-fout was uiteraard volkomen intentioneel teneinde mijn lezers te testen. Ahum. 🙂