Even serieus nu, want het gaat over mensenrechten. Meer bepaald het recht op eer en goede naam en het recht op het vermoeden van onschuld.
Mensenrechten die – volgens mij – voor de betrokkenen in de zogenaamde “politierel” met voeten zijn getreden. Op 21 september, rond de tijd van het uitbreken van de politierel, schreef ik al:
(…) Enfin, om die reden lijkt het mij aangewezen niet teveel commentaar te geven bij pakweg de Koekelberg-affaire. Dat er stront aan de knikker zit, dat zal wel. Maar laat er ons binnen een jaar nog eens op terug komen om na te gaan wat er echt aan de hand was. Nu kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat er een twaalftal agenda’s door elkaar lopen bij het uitbrengen van deze zaak.
Clou van die zaak was dat commissaris-generaal van de federale politie Ferdinand Koekelberg twee secretaresses een onwettige “superpromotie” zou gegeven hebben. Meteen werd er zelfs in de zelfverklaarde kwaliteitsmedia gretig gespeculeerd over een “canapébenoeming”, hoewel er nooit bewijs is geleverd dat er een relatie zou zijn geweest.
Maar de toon was gezet en probeer dat nog eens recht te trekken. De secretaresses werden dadelijk geboekstaafd als incompetent voor hun respectieve functies, terwijl later bleek dat ze op basis van hun cv ontegensprekelijk hun strepen hebben verdiend, ondermeer bij het implementeren van de politiehervorming.
In de weken en maanden die volgden, kwam er een stroom van beschuldigingen tegen de politietop op gang. Koekelberg & co moesten geschorst worden of de eer aan zichzelf houden. Schande dat ze vasthouden aan hun post!
En nu (op 5/12/2008) lezen we: Politiebaas Koekelberg krijgt allicht geen blaam
(…) ACOD vernam nog meer: ‘De ambtenaren die belast zijn met het tuchtonderzoek zeggen dat ze niets belastends kunnen vinden wat een blaam zou verantwoorden. De twee secretaressen zijn volgens de wet aangesteld. Dewael heeft hun benoemingsbesluit dus terecht ondertekend.’
Er zijn dus steeds meer indicaties dat de wilde beschuldigingen de toets met de realiteit niet doorstaan.
Vorige week heb ik mij tijdens een vakantiedag de moeite getroost om alles eens door te lezen wat er rond de zaak van de politierel in De Standaard is verschenen. Ik heb mij meerbepaald toegespitst op de figuur van Guido Van Wymersch, de Brusselse korpschef die mee onder vuur kwam te liggen, omdat hij in zijn vorige functie bij de Algemene Inspectie een examen zou vervalst hebben. De man heeft enkele schaarse interviews gegeven waarin hij reageerde op de opeenvolgende aantijgingen, doorgaans met specifieke, controleerbare tegenfeiten.
Mijn conclusie na het lezen van al die artikels: als men vertrekt vanuit het vermoeden van onschuld, gaat Van Wymersch vrijuit. Nergens is onomstotelijk bewijs van nalatigheid of corruptie opgedoken. In de artikels wemelt het van de “zou”-en. Hij “zou” een examen vervalst hebben. Hij “zou” een proces verbaal verduisterd hebben. Hij “zou” zijn eigen benoeming vervalst hebben. Hij “zou” te laks zijn opgetreden tegen stelende agenten.
Laat ons puntsgewijs de beschuldigingen tegen Van Wymersch eens overlopen om na te gaan hoe hard ze werkelijk zijn.
De beschuldigingen
1. Het vervalste examen
Alle miserie begint voor Van Wymersch ongeveer met dit bericht op 15 september:
(…) Het derde dossier treft niet Koekelberg, maar wel Dewael, want hij zou ook zijn handtekening hebben gezet onder de benoeming van zijn voormalige kabinetsmedewerkster Christa Debeck in de Algemene Inspectie, een benoeming die gebaseerd zou zijn op een frauduleus examenresultaat. Debeck, tevens politica voor Open VLD in het Brusselse Oudergem, raakte niet geselecteerd, maar kreeg hulp van Guido Van Wymersch, de toenmalige nummer twee van de Algemene Inspectie. Hij zou het ongunstige oordeel over haar eigenhandig in een gunstig oordeel hebben omgevormd. (DS 15/9)
Van Wymersch reageerde:
“Ze (Christa Debeck) solliciteerde bij ons. Ze slaagde voor het schriftelijke gedeelte, niet voor het mondelinge. We wilden haar daarom in een andere functie tewerkstellen dan die waarvoor ze solliciteerde: als vorser-raadgever. Nadat we het kabinet-Dewael daarover gecontacteerd hadden, stelde die een technische oplossing voor. Op dat moment stonden we er niet bij stil dat de indruk zou ontstaan dat ze een functie moest krijgen. We volgden enkel instructies op.” (TerZake)
“We vonden mevrouw Debeck inderdaad niet geschikt om deel uit te maken van het auditteam van de Algemene Inspectie. De nadruk lag daarbij op ’team’ want we vonden dat ze niet genoeg in groep kon werken. Maar we vonden haar voor de rest wel een heel degelijke kracht, die we heel graag bij de Algemene Inspectie wilden houden. Ze is criminologe, heeft het zakboekje van de politiehervorming geschreven, en had kabinetservaring. Dat was voor ons een interessante combinatie. Een van de leden van de selectiecommissie heeft toen de oplossing voorgesteld haar als “vorser-raadgever” te benoemen. We hebben aan het kabinet een technische oplossing gevraagd voor ons probleem, namelijk hoe kunnen we mevrouw Debeck benoemen, maar niet in het auditteam? Via e-mail heeft adjunct-kabinetschef Paul Van Tigchelt daarvoor instructies gegeven.” (DS 4/11)
Dat klinkt mij als een redelijk betoog, dat bovendien bij meerdere partijen kan gecontroleerd worden. Van een vervalst examen is geen sprake. Tot op vandaag heb ik voor die argumenten nog geen weerlegging gehoord. Dat het dossier rond Debeck geopend werd na een “anonieme klacht”, zou evenzeer scepsis moeten wekken.
In dit dossier werd de toenmalige overste van Van Wymersch bij de Algemene Inspectie – Luc Closset – al geschorst na een onderzoek van Comité P. De Raad van State maakte die schorsing echter snel ongedaan:
In zijn arrest zegt de Raad van State nu dat het ComitéP ‘heel lichtzinnig enige verantwoordelijkheid aan Closset toekende, terwijl hij enkel de instructies opvolgde van Paul Van Tigchelt, de adjunct-kabinetschef van Dewael’. Van Tigchelt stapte intussen op. Volgens het arrest is het wantrouwen van Dewael tegenover Closset ’totaal onrechtvaardig’. (DS 18/10)
Het is dus duidelijk waarom niemand Guido Van Wymersch durft schorsen: de Raad van State lacht met de lichtheid van de bewijslast.
2. Het verduisterde pv
Een nieuwe aantijging duikt een tweetal weken na de eerste beschuldiging op, rond 30 september. Waarover gaat het?
Kamerlid Jean-Marie Dedecker beweerde eerder deze maand dat politiesecretaresse Sylvie Ricour in 2007 een klacht wou indienen wegens laster en eerroof nadat voor het eerst bericht was over haar zogenaamde canapébenoeming. Het proces-verbaal werd volgens Dedecker weggewerkt door de top van de Algemene Inspectie (AI), die toeziet op de werking van de politie, en waar Van Wymersch toen nog deel van uitmaakte. Dedecker zei dat ervoor gevreesd werd dat Ricour zichzelf aan de galg zou praten. (DS 31/10)
De reactie van Van Wymersch komt in TerZake:
Een proces-verbaal van een verhoor van politiesecretaresse Sylvie Ricour, dat door de in opspraak gekomen korpschef van de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene zou weggemoffeld zijn, is wel degelijk overgemaakt aan het parket. Dat zei korpschef Guido Van Wymersch vrijdagavond in het duidingsprogramma Terzake (op Canvas). Van Wymersch zei dat hij vrijdagmorgen ondervraagd werd over de kwestie. ‘De bewuste processen-verbaal zijn niet verdwenen. Ze liggen wel degelijk bij het parket.’ (DS 31/10)
Klare taal, lijkt mij: ofwel ligt dat pv bij het parket en dan liegt Dedecker (wat erg zou zijn), ofwel ligt het niet bij het parket, en dan liegt Van Wymersch (wat ook erg zou zijn). Perfect controleerbare feiten, maar waarom doet niemand het dan? Schotel dit voor aan een rechtbank en deze zal oordelen dat er geen bewijslast is. Op basis van een enkele bewering van een kamerlid sluiten we in dit land hopelijk niemand op.
3. De vervalsing van de eigen benoemingsprocedure
Deze nieuwe beschuldiging komt er even plots als toevalig bij rond 20 oktober.
De korpschef van de politiezone Brussel-Elsene, Guido Van Wymersch, heeft in mei ingegrepen in de selectieprocedure die zijn eigen benoeming voorafging. Dat heeft het Comité P in een nieuw rapport bevestigd. Gisteren stelde het comité, dat toeziet op de werking van de politie, het rapport achter gesloten deuren in het parlement voor. Daarmee bevestigt het Comité P het scenario dat Lijst Dedecker (LDD) wereldkundig had gemaakt. De partij van Jean-Marie Dedecker had de hand gelegd op e-mails die Van Wymersch via een tussenpersoon naar de selectiecommissie had gestuurd. Daarin deed Van Wymersch, die toen nog één van de twee kandidaten was, ’tekstsuggesties’ om de beoordeling over hem te ‘stofferen’ (DS 22 oktober).
De reactie van Van Wymersch:
‘Een advocaat die in opdracht van de selectiecommissie werkte, heeft me gevraagd om de tekst van die commissie te stofferen. Ik heb dat gedaan, en de e-mail van die advocaat beantwoord. Meer heb ik niet gedaan, trouwens op een moment dat de beslissing al was gevallen om mij te kiezen. Achteraf bekeken had ik beter nagevraagd of mijn tegenstander diezelfde vraag had gekregen. Dat zou ik nu wel doen.’
DS: De politieraad moest wel nog beslissen. En een lovende argumentatie zou haar beslissing wel kunnen beïnvloeden.
‘De politieraad neemt een politieke beslissing, na de adviezen van de gouverneur, procureur-generaal en de selectiecommissie. Denkt u dat ze die argumentatie lezen? Van mijn tekst heeft trouwens maar een halve zin het gehaald in het definitieve rapport.’ (Interview in DS 4/11)
Hier kan men denken: daar zit een luchtje aan. En het leest inderdaad raar. Maar ook bij dit punt heb ik nog nergens een weerlegging van de versie van Van Wymersch gelezen.
Er zijn nochtans genoeg feiten die men zou kunnen controleren om dit na te gaan. Bevestigt die advocaat dat hij inderdaad die mail stuurde in opdracht van de selectiecommissie? Was de beslissing in zijn voordeel op het moment dat Van Wymersch antwoordde op die mail inderdaad al gevallen? Als zou blijken dat Van Wymersch op al deze punten in zijn mediatussenkomsten gelogen heeft, dán heeft hij een serieus probleem.
Nogmaals, wanneer men dit stuk leest vanuit het vermoeden van onschuld, gaat Van Wymersch vrijuit.
4. Van Wymersch treedt laks op tegen stelende agenten
Een nieuwe aantijginging tegen Van Wymersch loopt van de persen rond 19 november. We zaten al een paar weken zonder nieuwe beschuldiging. Het vervolgverhaal dreigde bijna op te drogen. Merk vooral hoe deze beschuldiging net als de vorige aantijgingen compleet los staat van de eerste beschuldiging over de vermoedelijke vervalsing van het examen.
Waarover gaat het deze keer?
De feiten dateren van eind oktober 2008. Rond vier uur ’s nachts werd er ingebroken in een krantenwinkel in Elsene. Toen de uitbaters de beelden van de bewakingscamera’s bekeken, zagen ze eerst de twee echte dieven. Daarna zagen ze nog eens twee kompanen binnenkomen, of daar leek het in elk geval op. Even later bleek het om twee agenten te gaan die vaststellingen kwamen doen na de inbraak.
De agenten snuffelden rond in de laden achter de toonbank, duidelijk op zoek naar iets. Eén van hen ging daarna de tijdschriften in de hoek van de winkel bekijken, bij de afdeling pornobladen. ‘Op de beelden was duidelijk te zien hoe hij er enkele onder zijn jas stopte’, zegt uitbaatster Valerie Van Bockstaele. ‘Ze gedroegen zich als echte bandieten.’
De dienst Intern Toezicht van de Brusselse politie werd meteen gealarmeerd. Tegen de twee agenten loopt ook een gerechtelijk onderzoek. De Brusselse korpschef Van Wymersch besloot de agenten niet te schorsen, maar hen over te plaatsen. (DS 20/11)
—-
Op initiatief van korpschef Guido Van Wymersch werd een disciplinaire procedure gestart tegen de twee betrokken agenten. Dat werd woensdag vernomen bij de woordvoerder van Brussels burgemeester Freddy Thielemans. Thielemans benadrukt ook dat de agenten werden gemuteerd naar gescheiden diensten waar ze onder strikte controle staan van twee politie-officieren. Bovendien werd een onderzoek geopend door het parket. De burgemeester heeft er, als voorzitter van het college van de politiezone, op aangedrongen snel te handelen. (DS 19/11)
De politievakbond VSOA is verbolgen omdat een Brusselse agent die betrapt werd bij een winkeldiefstal door zijn korpschef niet geschorst is maar aan het werk kan blijven. Volgens het VSOA is dat het bewijs dat die korpschef, de omstreden commissaris Guido Van Wymersch, elk moreel gezag heeft verloren en een stap achteruit moet zetten. Het Brusselse parket voert een onderzoek maar noemt de feiten waar het over gaat weinig ernstig. (DS 19/11)
Ergens rond 19 november worden de camerabeelden van de krantenwinkel – waarop duidelijk te zien is dat zeker één van de agenten zich schuldig maakte aan de diefstal van het inmiddels beruchte blootblaadje – publiek gemaakt.
Pas nadat videobeelden over een diefstal door politieagenten openbaar zijn gemaakt, ging Brussel over tot hun schorsing.
(…) De Brusselse burgemeester zei nog dat men bij het ontslag van een agent de procedures moet volgen. ‘Het ergste zou zijn dat de Raad van State ons ongelijk geeft en dat we de agent weer in dienst zouden moeten nemen. Daarom moeten we voorzichtig handelen.’
Het grote schandaal in deze zaak is dus dat Van Wymersch de agenten in eerste instantie “slechts” heeft overgeplaatst en onder toezicht zette. Hij heeft gestraft, maar naar de subjectieve maatstaf van sommigen, niet hard genoeg. Waarover gaat dit nog?
Ook de rol die de politievakbonden in heel deze situatie spelen, komt mij eigenaardig voor. Eerst is er het bericht dat de politievakbonden een steunpetitie veroordelen die het personeel voor Guido Van Wymersch had opgezet. Even later hoorde ik iemand van de vakbond zelfs verklaren dat Van Wymersch nu echt wel niet meer kan functioneren omdat hij “de schijn tegenheeft”. De schijn? Horen we niet te oordelen op basis van de feiten? Waar zijn we hier mee bezig?
Het gaat maar door
De kans dat het na de vierde beschuldiging stopt voor Van Wymersch, acht ik gering. Men kan er de klok bijna op gelijk zetten. Om de twee weken duikt er een nieuw “schandaal” op. Een dodelijke strategie die elke propagandist meester is. Daardoor ontstaat de indruk dat er geen einde lijkt de komen aan de malversaties, dat de vis rot is aan de kop en dat het dus hoogtijd is dat er fors gehandeld wordt. Hoewel er van de vorige beschuldiging nog geen enkele staalhard is gemaakt, wordt de nieuwste aantijging gepresenteerd als de druppel die de schandaalemmer doet overlopen.
Wanneer men de beschuldigingen echter elk op zich tegen het licht houdt, blijft er geen substantiële bewijslast over.
Ik begin Van Wymersch dus sterk te geloven als hij zegt:
‘Volgens mij doet zich een samenloop van omstandigheden voor. Een groep mensen wil op deze manier minister Dewael onderuit halen. Dat valt samen met de pogingen van een andere groep die de Algemene Inspectie wil zwart maken, en nog een groep mensen die de politiehervorming niet goed heeft verteerd. Die laatsten hebben er moeite mee dat mevrouw Debeck werd benoemd, namelijk een burger én bovendien een vrouw. Ik ben het slachtoffer van die combinatie, en ik ben te klein om dat te bestrijden.’
Dossier Van Wymersch = Dossier Lamine bis?
Die vreemde samenloop van agenda’s werd ook al door de voormalige Antwerpse politiecommissaris Luc Lamine aangehaald tijdens het Canvas-programma Phara. Lamine is een ervaringsdeskundige als het op vals beschuldigd worden aankomt.
Het dossier Van Wymersch vertoont dan ook merkwaardige parallellen met het dossier Lamine. Die werd in in 2001 benoemd als korpschef van de Antwerpse politie, eveneens na een tweestrijd. Algauw botste zijn stijl van community policing met de matrakkenflikken van zijn korps.
Tijdens de VISA-affaire die het Antwerpse schepencollege in 2003 ten val bracht (en achteraf een scheet in een fles bleek) werd Lamine plots ook meegesleurd in de voortdurende schandalenstroom. Hij “zou” onverantwoorde exhuberante uitgaven met zijn VISA gedaan hebben. Maar hij “zou” ook zijn eigen benoeming vervalst hebben. Klinkt bekend? In het geval van Lamine luidde de aanklachte dat hij de jury had omgekocht die hem moest beoordelen. En zo ging dat maar door, tot hij uiteindelijk in 2006 van alles werd vrijgesproken. Beschuldiging is geen bewijs.
Het is in deze interessant om de evolutie in de krantenkoppen van naderbij te bekijken.
In 2003 klonk het nog zo:
Antwerpse korpschef Lamine officieel verdacht van fraude (DS 18/03/2003)
Lamine onder vuur over Visa en dienstreizen ( DS 19/03/2003)
“Luc Lamine, tot voor kort dé superflik die Antwerpen van de misdaad zou zuiveren, is van zijn voetstuk gevallen”, concludeert hoofdredacteur Peter Vandermeersch voorbarig in zijn editoriaal. Lamine mag zijn reputatie adieu zeggen.
In 2006 klinken de koppen noodgedwongen anders:
Lamine buiten vervolging gesteld (20/02/2006)
Luc Lamine gaat nu ook tuchtrechtelijk vrijuit (18/05/2006)
De zaak Lamine: meer dan drie jaar ten onrechte op strafbank (20/05/2006)
Een laatste parallel: de stroom van verdachtmakingen tegen Lamine werd in 2003 met zorg gecoördineerd door het Vlaams Belang en hun decipelen bij de politie (van wie er later overigens wél veroordeeld zijn voor zware feiten door de rechtbank). Welke partij vandaag die rol van schandaalcoördinator op zich neemt, lijkt me duidelijk.
Manu Claeys schreef een uitgesponnen essay over het tot standkomen van de hetze in Antwerpen, met als alleszeggende titel “De Lynchdemocratie“. Vandaag nog altijd actueel.
Niemand is immuun
Het is mijn overtuiging dat het iedereen kan overkomen. Dat iedereen op een bepaald ogenblik in het oog van een georchestreerde schandaalcarrousel kan komen te staan. En op het moment dat het je overkomt, komt je reactie altijd te laat. De uitleg die je op dat moment geeft, klinkt zelfs verdacht in de oren van een publiek dat eerst te horen kreeg dat je niet te vertrouwen bent.
Geen enkele simpele burger dacht in 2003 dat er misschien onder de betrokkenen van het VISA-schandaal onschuldigen waren. De teneur in de media was destijds dan ook zeer duidelijk negatief. Vandaag zitten we in dezelfde schuit. Het proces is gemaakt. Het volkstribinaal heeft gesproken. Op basis waarvan? Verdachtmakingen die spectaculaire koppen opleveren, maar voor een rechtbank waarschijnlijk geen stand houden.
Bedenk ook eens wat dat met een mens doet, als je persoonlijke integriteit wekenlang op die manier in alle media wordt platgebrand. Toen Elio Di Rupo in het Dutroux-tijdperk valselijk van pedofilie beschuldigd werd, kon de kwakkel gelukkig snel ontkracht worden. Bij Lamine duurde het jaren. Hij stond naar eigen zeggen dicht bij de zelfmoord.
Vandaag kijken we naar Koekelberg en Van Wymersch als mensen die zich aan hun post vastklampen. Misschien vinden we ze over afzienbare tijd moedige leiders, die zich niet laten wegblazen door roddels en achterklap? Hopelijk moeten ze in dat geval minder lang op hun eerherstel wachten dan Lamine.
Zever, gezever?
Of misschien blijkt weken of maanden na publicatie van deze tekst dat ik er radicaal naast zit. Dat de politietop toch door en door rot is, dat het systeem niet deugt enz. Kan perfect. In dat geval klinkt heel mijn uiteenzetting natuurlijk bijzonder naïef. Dat besef ik maar al te goed.
Maar het zij dan zo. Het ergste wat men mij dan ten laste kan leggen, is dat ik het recht op het vermoeden van onschuld verdedigd heb. Zo kwaad is dat nu ook weer niet.
Good night, and good luck
Ter afronding nog een citaat van Edward R. Murrow. De journalist die de waarheid blootlegde achter de hysterische communistenjacht onder leiding van senator McCarthy tijdens de jaren ’50 in de VS. De naam in het citaat is vervangbaar.
We must not confuse dissent with disloyalty. We must remember always that accusation is not proof and that conviction depends upon evidence and due process of law. We will not walk in fear, one of another. We will not be driven by fear into an age of unreason, if we dig deep in our history and our doctrine, and remember that we are not descended from fearful men — not from men who feared to write, to speak, to associate and to defend causes that were, for the moment, unpopular.
This is no time for men who oppose Senator McCarthy’s methods to keep silent, or for those who approve. We can deny our heritage and our history, but we cannot escape responsibility for the result. There is no way for a citizen of a republic to abdicate his responsibilities. As a nation we have come into our full inheritance at a tender age. We proclaim ourselves, as indeed we are, the defenders of freedom, wherever it continues to exist in the world, but we cannot defend freedom abroad by deserting it at home.
The actions of the junior Senator from Wisconsin have caused alarm and dismay amongst our allies abroad, and given considerable comfort to our enemies. And whose fault is that? Not really his. He didn’t create this situation of fear; he merely exploited it — and rather successfully. Cassius was right. “The fault, dear Brutus, is not in our stars, but in ourselves.”
Good night, and good luck.
Straf. Jammer van die aanwervingsstops in het medialandschap, want ze kunnen je gebruiken.