Ach Tombeek, gij schoon gehucht.
In de geschiedenis van de mensheid heeft daar naar verluidt één keer iets belangwekkendst plaatsgegrepen. In 1531 zou Keizer Karel daar namelijk met zijn stootkar zijn vast komen te zitten. Een schare voorbij strompelende dronkenmannen heeft de onfortuinlijke keizer daarop weer vlot getrokken, zich niet bewust van het politiek gewicht dat zich in caravan bevond.
De Keizer was dermate verrukt over zoveel hulpvaardigheid dat hij een fiscale gunstmaatregel afkondigde ter profijt van deze negorij. Het was waarschijnlijk dat of geld uittrekken voor een fatsoenlijke weg. Vermits het voor de Keizer blijkbaar een uitgemaakte zaak was dat hij daar geen tweede keer meer zou passeren, was de keuze snel gemaakt.
Dat dus allemaal volgens de legende. En die hebben wij niet in twijfel te trekken. Feit is dat de Tombekenaren nog altijd teren op deze vermeende weldaad van hun vergane dorpsgenoten. Elk jaar keert de gemeente de aanwezige dorpelingen immers de volle 4 euro uit. Cash. Om geostrategische redenen gebeurt dat in een nabijgelegen herberg, waar de koopkracht terstond wordt omgezet in liters gerstenat.