Gisteren rolde onze Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen mijn lijf en leden naar de Gentse binnenstad. Mooi is het daar. Het moet zowat de derde keer geweest zijn in mijn leven dat ik er effectief doorloop. Schande.
Deze uitstap had alles te maken met de startdag van het ngo-trio Oxfam Wereldwinkels, 11.11.11 en Vredeseilanden, waarvan het relaas u zonder twijfel langs de geijkte staatsmedia reeds bereikte. Allemaal goei dus.
Veel minder goed verging het mij in de Brusselse binnenstad, waar ik te half tien ’s avonds nog een overstapje dacht te wagen naar een trein die langs La Hulpe of Hoeilaart passeert. Een hiaat in de dienstregeling hield mijn doortocht echter staande, waardoor ik telefonisch om versterking moest vragen aan het thuisfront. Geen probleem, we zijn nog steeds goed geluimd.
Doch, de druk in mijn blaas was stilaan onhoudbaar aan het worden. Op zoek naar een toilet dus in Brussel centraal. In mijn onwetendheid volg ik de signalisatie, om vervolgens te moeten lezen dat de wc’s tijdelijk verhuisd zijn naar “rechtsboven naast de loketten”. Nu kan het zijn dat ik een afwijkende perceptie heb van het begrip “rechtsboven”, maar ik heb alleszins geen toiletten gevonden.
’t Is nog niet gedaan. Ik ga naar buiten, op zoek naar cafés. Die zijn er in overvloed, zou je denken. En inderdaad, drie cafés in een straal van enkele honderden meters. Maar geen enkel open. We schrijven kwart voor tien des avonds! Dit land gaat naar de verdoemenis, het bewijs is geleverd.
Dan maar de metro in. Aha, het bekende bordje lacht mij toe. Een pijltje naar boven en een pijltje naar beneden doen mij vermoeden dat er zowel beneden als boven sanitair is voorzien. Ik naar boven. Niks. Ik naar beneden. Niks. Onderweg kom ik wel enkele bezeken vloeroppervlakken tegen, waarvan de geur geen verdere toelichting behoeft. Het daagt mij dat dit wellicht de betekenis is van die bordjes met pijltjes omhoog en omlaag: piemelen in alle richtingen toegestaan.
Om een lang verhaal kort te maken: ik heb dan maar tot thuis gewacht om mijn gevoeg te doen. Wellicht moet ik nu verder leven met een blijvend letsel aan mijn prostaat, maar ik draag mijn lot ook nu met waardigheid.