Om nog maar eens terug te komen op dat vierde middelbaar. Ondertussen zaten we met onze vertelling in het tweede trimester. Ongemene zaken vallen er tot dusver niet te rapporteren. Wat mij wel te binnen schiet van die periode, is dat we rond die tijd breedband internet in huis haalden. Ja dadde! Een kleine mijlpaal in een jong mensenleven. Gedaan met de kermende inbelgeluiden van de analoge modem en gedaan met dat het reikhalzend uitkijken naar 3 MB downloads die aan 4kb/s binnenstromen om dan bij 98% af te springen.
Maar goed, school dus. Laat ons die maand februari gewoon overslaan, dat rapport was ronduit voortreffelijk. De titularis houdt het bij een milde vermaning om te wijzen op de belangrijkheid van zijn eigen vak.
Om een of andere reden is er geen rapport in maart. Gezien de nauwgezetheid waarmee de huiselijke archieven worden opgevolgd, is het uitgesloten dat er hier sprake zou zijn van een enigmatische verdwijning van enigerlei bewijslast uit het dossier.
Dat brengt ons meteen bij de dolle paasexamens. Ik weet niet hoe het komt, maar die examenreeks komt er altijd zo onverwacht tussenvallen. Geen moment dus om al te pieken, want er is nog meer op komst. Echter, in deze maatschappij wordt het lange termijn denken niet geapprecieerd en andermaal levert mijn prestatie enkel een verwijtend vingertje op:
Ik grijp dit moment graag aan om mij eens te meer verongelijkt te voelen. Toegegeven, die 43,8% voor fysika, daar wint men geen Nobelprijzen mee. Maar een accident de parcours is rap gemaakt en dat wil allerminst zeggen dat het niet meer goed zou kunnen komen. Vraag maar aan CD&V-N-VA. Want voor het overige blijft het gemiddelde wel constant, op een tot de verbeelding sprekende 69%. Helemaal erover is die 54% van wiskunde aangrijpen om te dreigen met negatieve studieadviezen. Alsof er de voorbije jaren non-stop glansprestaties vielen te noteren voor dat vak…
En zo kabbelt dat jaar verder. Het dreigt allemaal een beetje zijn suspens te verliezen. Een beetje zoals een journaal met alleen goed nieuws over de geboortes van kleine dolfijntjes en zwangere prinsesjes. Ook mei brengt weinig ophefmakends. Hoewel, een 9/20 voor godsdienst is toch wel redelijk bordercrossing.
Evenzeer living on the edge is de miserabele score op het juni-examen van chemie. Die 42% ontsiert dat voor het overige zeer te pruimen rapport. Op dat examen had ik nu eens echt de indruk dat ik drie maanden afwezig was geweest tijdens de lessen en dat er enkele cruciale hoofdstukken ontbraken in mijn boek. Niks kon ik ervan. Het kan dan ook niet anders of de vakleraar in kwestie heeft lineaire amnestiemaatregelen genomen door iedereen 20% bij te tellen. Spijtig dat dat voor mij niet mocht baten, maar op op het eindrapport tellen gelukkig enkel de jaargemiddeldes. Eenstemeer: eind goed al goed dus!
Afrondend kunt u ook nog de slotopmerking van de klastitularis bewonderen, waarin hij mij vertroetelend “Jellie” noemt. U moet daar niks achter gaan zoeken, afgezien van het reguliere gekgescheer dat zich zo nu en dan in de klassikale sfeer stelt.
Ik kijk alvast reikhalzend uit naar de analyse van uw score voor het vak informatica in het volgende jaar…