Na een betrekkelijk succesvol te noemen serie kerstexamens, werd er verder gebouwd aan het succes in 2MW4. Helaas keerden enkele restvariabelen zich tegen dit proces, wat de eerste tussenstand in februari dieprood deed kleuren.
Dat de gebuisde vakken achter elkaar staan, mag dan wel puur toeval heten, het geeft grafiekgewijs een bijzonder slechte indruk. Voornamelijk de 11/30 voor TO is een nooit geziene mislukking. Gelukkig was de klastitularis zo vriendelijk om even toe te lichten hoe dit en andere tekorten zich lieten verklaren:
Zelden vertoond, die commentaarsectie. Typografen buigen zich nog altijd voer de vraag hoe men op deze beperkte oppervlakte toch een dergelijke informatiehoeveelheid in lettertekens kan bekomen. Toch wil ik, nagenoeg tien jaar na datum, reageren op enkele aantijgingen die er destijds werden gemaakt ten aanzien van mijn dertienjarige persoon.
Het begint allemaal algemeen met de algemene sneer dat de houding van Jelle storend werkt tijdens de lessen. Met dat soort gratuite beschuldigingen kan je alle kanten uit. Ik ga daar dan ook niet dieper op in. Het gedrag van Marin Luther King werd ook als bijzonder storend beschouwd, om maar een gelijkaardig geval te noemen.
Het tweede aangestipte punt is al een stuk concreter. Daarin wordt mij aangewreven dat ik een beurt van Bio zou geweigerd hebben te maken. Ik wens in deze context gewag te maken van een foute woordkeuze. Het was tenslotte niet “weigeren”, maar veeleer vaststellen dat de materiële omstandigheden van die aard waren, dat het onmogelijk was om deze (eens te meer onaangekondigde) toets al dan niet succesvol te voltrekken.
Dat zat zo. Zoals zovele scholen, beschikte mijn onderwijsinstituut voor dit soort heugelijke evaluatiegelegenheden over eigen papier met speciale hoofding. Nu kan het gebeuren dat de leerling dit papier niet bij de hand heeft, aangezien hij of zij zich in een vaklokaal bevindt. Helemaal mijn geval dus. Bij de lerares in kwestie werd deze vergetelheid wellicht gepercipieerd als “storend gedrag” en dus verbood ze mij om te leen te gaan bij een gewillige klasgenoot. Ook mijn voorstel om terug te keren naar het eigen klaslokaal om daar eigen papier te gaan halen, werd genadeloos afgeblokt. Uit deze bedenkelijke bereidheid tot compromis, heb ik noodgedwongen mijn conclusies moeten trekken. Van een weigering is dus geenszins sprake, aangezien de bereidheid er dus wel degelijk was. Mag ik er trouwens op wijzen dat ik uiteindelijk toch nog 14/30 haalde op biologie? Wetende dat daar een 0/10 tussenzit, mag dat al bij al een straffe prestatie genoemd worden.
Ten derde wordt mij oneerlijkheid en respectloos gedrag verweten ten aanzien van leerkrachten én leerlingen. In dit land is het aanvallen van de persoonlijke integriteit strafbaar. Dat verhinderde mevrouw de klastitularis hoegenaamd niet om haar claim geheel zonder toelichting te laten. Goed, het is waar dat het mij voor sommige leerkrachten aan respect ontbrak, maar respect moet je volgens het cliché nog altijd verdienen.
Ten vierde word ik erop gewezen dat ik te lui was om een kladontwerp te maken van de maquette die we gingen maken als opdracht voor T.O. Toegegeven, hier heeft men ergens wel een punt. Er was inderdaad geen kladontwerp, maar dat was hoegenaamd niet omwille van tamheid. Het zou gewoon oneerlijk geweest zijn om een ontwerp in te dienen van iets dat al bestond, zijnde de maquette van mijn dierbare oudere broer.
Tot slot klinkt het nog vaag dat ik mij onvoorwaardelijk moet onderwerpen aan de wetten van de dienstdoende onderwijsinstelling. Het enige wat ik mij nog kan herinneren dat hier iets mee te maken heeft, is een voorval tijdens een uurtje studie. Wij hadden toen het secretariaat niet gaan verwittigen van de afwezigheid van een der leraars, om te bewijzen dat de anarchie niet noodzakelijk om de hoek loert wanneer er geen onderdrukkende instantie toezicht houdt. Dit mooie initiatief werd echter verraden door de loempigheid van een klasgenote, die persé het lokaal moest verlaten voor het officiële einde van de lessen. Driemaal bladzijde 17 van het schoolreglement aangaande “gangen en klassen” overschrijven en een tirade van de klastitularis, waren mijn deel. Al te evident werd ik weer als gangmaker beschouwd van deze daad van ongehoorzaamheid.
In een volgende episode komt u ongetwijfeld te weten hoe het moeilijke herstel wordt ingezet teneinde het verdronken kalf te reanimeren.
Ik kan bevestigen dat ondanks de snedige commentaren van deheer Goossens, Jelle over behoorlijk wat vrienden beschikte, daar in 2MW4.
Oorlog en vuur waren ons deel in die periode.
Het is duidelijk volledig goed gekomen met u. O zo herkenbaar die rapporten, en treffelijk becommentari?erd. Mijn collega’s vragen zich al af waarom ik zo aan het grijnzen ben.